Startpagina | LINKS | CONTACT

Een balletje kauwen

Een balletje kauwen

Ik doolde graag langs de waterkant. Keek peinzend naar de schoenmakerjes in 't water en de donderpadjes. Wat anders kon er niet in leven. De papierfabriek en de wasserijen profiteerden van die beken en alleen 's zondags was het water blank en kon ze zien wat er alzo in lag. Iedereen die er woonde gooide er van alles in. De WC's werden erin geleegd en vuilniswagens kwamen er niet langs. Wat rotten kon ging op de mesthoop, de rest de beek in. Besmettelijke ziekten waren er dan ook wel zo veel. Het broertje net onder mij en twee jaar jonger kreeg de "Spaanse ziekte." In werkelijkheid was het een soort kinderverlamming. Dat was in 1919 ongeveer, dus na de Eerste Wereldoorlog. Verder kwamen ze allen goed door de kinderziektes. Weinig werkelijk ernstige dingen gebeurden er. En dat nog wel in een tijd dat er veel baby's stierven aan ingewandziektes. Dat kwam omdat de moeders niet de kunde hadden om de voeding te regelen en er geen geld was voor een dokter. Alleen in 't laatste stadium als het reeds te laat was en de ouders niet durfden langer te wachten kwam er een dokter aan te pas.
Of het kwam dat moeder de kinderen drie maand zoogde of door de sterke magen, niemand kreeg last van maag of ingewanden. Integendeel ze verdroegen het zwaarste eten. En 't was niet altijd steriel. Vader kauwde in 't begin het eten fijn, maakte er een balletje van legde ze op een rijtje op de kakstoel en de baby's smulden heerlijk van het zachte voedsel en niemand kreeg er wat van. En de bevallingen verliepen ook meestal vlot. Ze volgden elkaar op om de één of twee jaar. Een fatsoenlijke luier was een zeldzaamheid. Meestal liepen er zeker nog twee in de luier en dat waren dan stukken Molton of andere lappen. Maar altijd, altijd was er brood op de plank. Er waren nu acht kinderen. Marietje lief, verstandig en erg behulpzaam. Ze was de oudste en zoals ze dat vroeger noemden een "onechte". Idioot woord feitelijk. Ze was in 1909 geboren en een grote schande.
Maar de moeder liep mank. Als meisje van zeven jaar was ze uitgegleden op een spekzwoerd dat bij het slachten op de grond lag. Het been was alleen maar uit de oksel geschoten en het was een kleinigheid om het er weer in te laten schieten, maar de dokter was er niet achter en liet het kind ermee lopen. Dat was ongeveer 1888. Bitter moet dat kind geleden hebben en op 't laatst toen ze haar naar het ziekenhuis in Deventer gebracht hadden was het al zo aan 't zweren dat de specialist zei: "Het zit te hoog anders zou ik zeggen we zetten het er af." Amputeren was iets wat toen gauw gebeurde. Toen ze eindelijk dan na moeilijke jaren hersteld was ging ze niet meer naar school, kon nauwelijks lezen of schrijven, zette een kruisje als handtekening en telde toen twaalf jaren.